Eén van de meest bizarre gebeurtenissen die ik ooit heb meegemaakt, vond plaats op mijn verjaardag, hoewel die strikt tijd-technisch gesproken eigenlijk al ten einde was. Die verjaardag begon eigenlijk al de dag ervoor, met een groepje vrienden in een kroegje bij mij om de hoek. Een gezellige avond, met veel drank, een paar hapjes en leuke cadeautjes. Het werd wat later dan verwacht,omdat een bezoeker van mijn feestje na sluitingstijd nogal dringend bij mij thuis op bed moest gaan liggen voordat er überhaupt huiswaarts gekeerd kon worden. Dat mijn vader de volgende ochtend om 9 uur voor de deur stond, na een nacht veel wakker liggen en slecht slapen, kon ik ook nog wel aan. Toen mijn moeder daarna van mij eiste (door de stromende regen op mijn hoge hakken met een bijzonder wankel parapluutje) een stuk taart te halen, begon me al te dagen dat dit dan wel een memorabele verjaardag kon worden, maar misschien niet de leukste ooit. Daarna leek een tijdje lang alles redelijk de goede kant op te gaan. Na een gezellige middag/avond bioscoop en uit eten met een vriendinnetje ging ik nog even met haar mee naar huis en leende ik een piepklein, gammel fietsje met een mandje voorop van haar; het openbaar vervoer reed inmiddels niet meer. Toen ik mijn tas in het mandje voorin legde, zei ze nog: “Doe dat nou niet”. “Dat doe ik altijd” zei ik. Ik hoor het mezelf nog zeggen. Ik fietste de Kinkerstraat op. Omdat de Witte de Withstraat was opgebroken, reed ik de Baasjesweg op. Opeens werd ik ingehaald door een scooter en zag ik deze als in een film (slow motion) naast me opduiken, waarbij de achterop zittende man naar het hengsel van mijn tas greep. En beet had. Waarop de scooter wegscheurde. “Neeee!” gilde ik, terwijl er door me heen schoot dat mijn sleutels erin zaten. En mijn inmiddels lege telefoon. Met hoogstwaarschijnlijk heel veel lieve verjaardagsberichtjes, die ik nog niet gehoord had. En dat ik er thuis niet in kon. En dat ik echt niets liever wilde in de hele wereld dan naar huis en mijn berichtjes afluisteren. Zo eindigt deze dag niet, dacht ik. En ik werd kwaad. Nee, ik werd woedend. Laaiend. Woest. “NEEE” brulde ik. En zette de achtervolging in. To be continued.
Een gedachte over “De tasjesdief”