De volgende dag dringt het pas goed tot me door wat een ongelofelijke mazzel ik heb gehad. Hoe vaak krijgt iemand die beroofd wordt, al z’n spullen terug? Ik stuur een tweet naar de politie Amsterdam-Amstelland of ik aangifte moet doen of niet, aangezien er geen spullen weg waren. Vrijwel onmiddellijk reageren ze dat ik dat zeker moet doen, omdat de daders dan voor beroving berecht kunnen worden. s’ Middags kan ik terecht bij het politiebureau op het Surinameplein. Aldaar blijkt er bijzonder weinig animo te zijn voor een aangifte; een dienstdoende agent hoort mijn verhaal aan, maakt wat aantekeningen en belooft er een “mutatie” van te maken. Ik heb geen idee wat dat betekent en vraag er ook maar niet naar. Als er weer iets gebeurt, kan ik alsnog aangifte komen doen. Tenzij ik het perse nu wil doen. Omdat ik jammer genoeg van een eerdere aangifte nog weet dat het flink wat tijd in beslag kan nemen, zie ik ervan af, maar kan het niet nalaten de politie nog een tweet te sturen over de reactie van hun collega’s. Binnen 5 minuten hangt er een meneer van de communicatie-afdeling van de politie aan de telefoon, die vraagt bij welk politiebureau dit gebeurd is. Weer tieb minuten later belt dezelfde agent, die mij niet lang daarvoor onverrichter zake naar huis heeft gestuurd. Of hij de aangifte, opgemaakt en wel, bij mij thuis langs kan brengen; ik hoef alleen nog maar te tekenen. Verbaasd stem ik toe. Een uurtje later komt hij inderdaad, ietwat gepikeerd, keurig de aangifte brengen. Ik zeg maar niets over de kromme, onlogische zinnen en rare ambtelijke taal waar ik tenslotte toch mijn handtekening onder moet zetten…
Het is toch wel frappant hoe social media macht kan geven over zaken waar je vroeger totaal geen invloed op zou hebben. “Power to the people” , mompel ik in mezelf, terwijl ik mijn handtekening onder de aangifte zet.